Over inspiratie schreef ik ooit dit bombast-lyrisch epistel.
...Dichters kunnen me inspireren, vertellers en liedjesschrijvers
Werelden worden opgeroepen door een enkel woord.
Ik hou van sterke verhalen, dramatische gebaren, hoge cathedralen
...en dan een zomaar een geintje in een hoekje.
Van de bombast van de zanger, hemeltergend roepend
...en dan fiedelend de fiddle in engelengezang.
Van het fantasierijke oor van een kind
en de melancholie van de gekte
Noordse sprookjes, Keltische mythen en Jiddische verhalen
(beelden van verlangen, verlossing en eeuwigheid,
in een oogopslag verwoord)
Ik hou van storm op zee en donderende golven
...en dan dat heremietkreeftje, vluchtend, z'n huis op de rug
Van knoestig oud hout, verweerde gesteenten,
woeste gebergten, oorverdovende bossen
...en dan die hommel, zwelgend in het vingerhoedskruid
Een universum is te vinden in een piepklein detail.
In wat ik doe ontdek ik ook: hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe universeler het wordt.
(en met dit laatste citeer ik Marc-Marie Huijbrechts)
|